Het fenomeen Bruno Gröning
Op het spoor van de „wondergenezer“
Bruno Gröning

Genezing van angina pectoris klachten en ademnood bij coronaire hartziekte (vernauwing van hartkransaders)

Christa Nehm (64), Gemeenschap Baunatal

				Christa Nehm (64), Gemeenschap Baunatal
1984 traden bij mij de eerste hartklachten (drukgevoel en benauwdheid) alsook ademnood op, die zich in de loop der jaren ondanks inname van medicijnen verergerden.

Vanaf december 1991, werden de belastingen door ademnood en pijnen aan het hart erger. De pijnen straalden ook van de linker bovenarm naar de hals tot in de kaak uit. Deze klachten traden bij huishoudelijke werkzaamheden en traplopen op. Bij het plaatsen van een groot hartkatheter in februari 1992 werd vastgesteld, dat er een, voor mij onopgemerkt, achterwandinfarct had plaatsgevonden. De hartkransaders waren op meerdere plaatsen 70-90% vernauwd.

Bij de daarop volgende ballonkatheter behandeling trad er een hartstilstand op vanwege een groot voorwandinfarct. Nog in de operatiekamer kon ik direct gereanimeerd worden. Na deze behandeling bleef een restvernauwing van ca. 40%.

Na het ontslag, vijf weken later, was ik nog zo zwak, dat ik slechts licht zittend, huishoudelijk werk kon doen. De behandelende artsen namen afscheid van mij met de woorden: "Wij kunnen verder niets voor u doen dan regelmatige kathetercontroles. U zult nooit meer volledig gezond worden, bent u maar blij, wanneer het niet nog erger wordt."

In juni 1992 moest ik vanwege de restvernauwingen een volgende katheterbehandeling ondergaan en een volgende vond vier maanden later plaats. Daarbij kwam het weer tot een hartstilstand.

Door het hartinfarct was ik nog verder verzwakt dan voor de behandeling en er bleef een restvernauwing van de aders van 30-40%. Om die reden nam ik grote hoeveelheden tabletten. Bovendien werd ik naar een kuuroord gestuurd, hetgeen zonder succes was.

De geringe belastbaarheid bleef tot de inleiding, alle lichamelijke inspanning moest ik verder vermijden. Er was nog steeds alleen licht, zittend huishoudelijk werk mogelijk. Bedden opmaken, ramen lappen, stofzuigen ging niet meer. Ook de trappen kwam ik niet meer op. Al bij lichte belasting traden ademnood en een drukgevoel op in de linker borsthelft. Bij tijd en wijle lukte het mij zelfs niet meer dan 500 meter gelijkvloers te lopen.

In de herfst 1994 vernam ik via het boek "Revolutie in de geneeskunde" over de Bruno Gröning-Vriendenkring. Ik wilde er eerst echter niets van weten, want ik zei: "Wat kapot is, is kapot, daar kan niemand mij meer helpen." Mijn schoondochter en mijn man raadden mij echter aan er een keer naar toe te gaan, omdat ik toch niets te verliezen zou hebben. Zo werd ik op 25 november 1994 in de leer van Bruno Gröning ingeleid.

Tijdens een bijeenkomst van de gemeenschap in december 1994 kreeg ik plotseling sterke pijnen aan het hart, die na korte tijd weer verdwenen waren. Af en toe traden nog pijnen („Regelungen“) op, welke leken op de oude ziekteverschijnselen. Dit gebeurde bijv. wanneer ik mij druk maakte. De aanvallen werden steeds zwakker, ik kon mij van week tot week meer belasten en was al in staat langzaam met pauzes een trap op te gaan. Meer was niet mogelijk, aan dagelijks huishoudelijk werk was tot de dag van de volledige genezing, op de sterfdag van Bruno Gröning op 26 januari 1995, niet te denken.

Omdat de inleidingen mij zo goed deden, ging ik er ook op deze dag weer naar toe. Op 26 januari 1995 nam ik aan een bijeenkomst van de Vriendenkring deel. Ik had daar het gevoel, alsof een hand iets uit de borst wegtrok. Pijn had ik helemaal niet. Ik dacht: "Nu wordt alles goed!" De volgende morgen ben ik begonnen met werken in het huishouden. Ik heb voor de eerste keer sinds februari 1992 een stofzuiger in de hand genomen en zuigde. Mijn belastingsvermogen ging omhoog. Na acht dagen heb ik de bedden opgemaakt. Het ging steeds bergop, een wonderbaarlijk gevoel! Sindsdien kan ik mijn huishouden weer zelf verzorgen, in de tuin werken en aan urenlange wandelingen meedoen. Het trappenlopen is geen enkel probleem meer, zelfs met een zware wasmand. De doodsangst is sindsdien helemaal verdwenen.

In november 1995 ging ik voor een naonderzoek naar de hartkliniek. Daar werd een groter hartkatheter ingezet. Het onderzoek verliep volledig probleemloos. Hierbij kon de behandelende arts geen enkele vernauwing meer ontdekken. Ik ben weer volledig belastbaar.

Commentaar van een arts:

Bij mevrouw Nehm werd in 1991 de diagnose coronaire hartziekte vastgesteld. (Vernauwing van de hartkransaders). Als therapie volgde op 18-02-1992 een verwijding (PTCA) met een ballonkatheter. Hierbij kwam het tot een zeer zwaar voorwandinfarct en tot boezemfibrilleren, zodat mevrouw Nehm gereanimeerd moest worden.

Ondanks alle maatregelen van de artsen bleef een geringe belastbaarheid, wat mevrouw Nehm duidelijk in haar succesbericht beschrijft. Dit wordt ook in het bericht van het kuuroord van augustus 1994, dus kort voor de inleiding in de leer van Bruno Gröning, gedocumenteerd. Daar kon zij alleen aan cardio-oefeningen met een belastbaarheid tot 15 Watt deelnemen. Dit is de laagste belastingstrede.

Feit is, dat mevrouw Nehm door opname van de Heilstrom en het volgen van de leer van Bruno Gröning van een zware hartkwaal gezond werd. Dit was vanuit het oogpunt van de artsen bij deze zware ziekte niet te verwachten geweest. De terugverkregen belastbaarheid wordt in getuigenverklaringen onder ede naast haar eigen uitspraken betuigd. Zelfs in de nacontrole door een arts in augustus 1999 wordt de terugverkregen belastbaarheid gedocumenteerd. Daar kon mevrouw Nehm het belastings-ECG van 75 Watt zonder problemen doorstaan. Dit geldt ook voor de controle door een arts van de hartbelasting. Ook hier is een normalisering ingetreden. In 1992 werd een pompfunctie van het hart van 26% vastgesteld. In 1999 werd de pompfunctie opnieuw gecontroleerd en gaf een waarde van 52% weer. Deze waarde ligt in het normale bereik. Hier wordt duidelijk door een meting bevestigd, wat er door het lichaam aan teruggewonnen lichamelijke belastbaarheid al werd aangetoond.

M.K.